Een verslag van twee mensen op een boot. Vijf dagen op zee en veelal omstebeurt wakker om de wacht te houden.
Hoe knutsel je dat tot een gezamenlijk verhaal? Niet. Deze keer geen overdachte woorden en genuanceerde zinnen, maar een rauwe kale werkelijkheid. Onze beide dagboeken onderweg. Zo was de situatie, dit waren onze gedachtes, zo is het gegaan.

DAG 1 – 118 mijl

Bart
Om 10.00 varen we uit. Diesel en water getankt. We zijn goed voorbereid.
Er zou een licht wind mee staan, maar er staat geen wind. Na een uurtje wordt het een licht wind tegen. Hm, weer zo’n lokaal effect zeker. Vanaf 13.30 kunnen we zeilen. Halve wind, later ruimer. Ik heb een beetje zin, maar ’t is ook weer wennen. ’s Nachts neemt de wind toe en gaat het lekker. Dikke 6 knopen. We doen 3 uur op, drie uur af. Een wacht systeem wat ons bevalt. Niet veel last van de shipping lane bij Gibraltar.

Jenneke
Om 10:00 gooien we los en varen een rustige zee op. De weinige wind die er staat is tegen. Gelukkig is dat een plaatselijk effect en slaat de windrichting na een paar uur om. Dan gaat het lekker: met grootzeil, de genua en de fok lopen we 6 a 7 knoop.
We hebben erg last van een klotszee. Door de heftige storingen de afgelopen tijd staan er golven van alle kanten. Allebei aan de zeeziekte-pillen dus.
De nacht is erg lang (van 18.00 tot 07.00 uur), dat is wennen. We moeten erg goed opletten bij het oversteken van de shipping lanes richting Gibraltar. Af en toe komt een schip wel erg dichtbij, maar alles loopt goed af.
Al een paar keer vandaag zie ik de limonade fles op het aanrecht staan. Natuurlijk wordt mijn laksheid om hem goed weg te zetten afgestraft. Bij een grote golf dondert de fles over de keukenvloer, kleefzooi!

DAG 2: 123 mijl

Bart
We doen niet veel anders slapen en zitten. Ook als we wacht houden. Ik eet een paar crackertjes, gelukkig zijn ze klein. We hoeven niet veel aan de zeilen te doen, het loopt prima zo. Grootzeil staat mooi, de genua uitgeboomd, de wind laten we schuin van achter komen. Morgen pakken we de koers wel weer op.  ’s Avonds warmt Jenneke macaroni op. Fijn dat zij wil koken deze dagen. De boot rolt aardig. Ben wel blij dat ik zin in eten heb. De barometer blijft constant.
Ik voel me suf en duf. De golven komen uit alle hoeken en dat maakt het leven aan boord onrustig. We doen amper iets en praten ook weinig. Ik doe de zeilen, Jenneke navigeert en kookt. ’s Nachts bomen we de genua uit voor meer snelheid. 5 knopen. Tijdens mijn eerste wacht luister ik twee oudejaars conferences onder de sterrenhemel. Het gaat over de samenleving waar ik vandaan kom en waar ik me zelfs op deze oceaan mee verbonden voel.

Jenneke
Ik wordt wakker na mijn drie uurtjes slaap en voel me goed. Zo goed dat ik nu al van de zeeziekte- pillen afstap. Omdat Tutti zoveel heen en weer rolt is iets anders dan slapen lastig. Mijn dag bestaat dus vooral uit slapen, hangen, eten en liggen. De wind is gelukkig constant, we lopen 4 a 5 knoop.
Om 17:00 eten we een bord pasta. Yes! we hebben trek in warm eten. Yes! we kunnen het zonder ongelukken klaarmaken.
’s Avonds wordt de wind weer wat minder en het rollen is gekmakend. Bart komt met een plan dus we mogen aan de slag. We gaan de wind afkruisen en hannesen de genua inclusief boom de andere kant op. Om het grootzeil weer te hijsen moet de boot met de neus in de wind. Ik sta aan het roer terwijl ik nooit goed weet waar de wind vandaan komt. Dit gecombineerd met het feit dat het pikkedonker is maakt het tot een zeer desoriënterende bezigheid.
Het resultaat mag er echter zijn: we varen met 6 knoop weer de goede kant op met ietsjes minder gerol.

DAG 3: 132 mijl

Bart
De hele dag varen we melkmeisje. (Melkmeisje is zowel rechts als links een zeil, geen idee waarom dat melkmeisje heet.) Het kan alleen als de wind recht van achter komt. Het afkruisen van de wind vaart iets sneller, maar we raken daardoor verder uit koers, dus we proberen nu pal wind mee. We gaan tussen de 5 en 6.5 knoop.
Om 16.00 passeren we het half way point. Veel slapen. Ik voel me erg duf en vraag me af of ik dit leuk ga vinden, lange oversteken en dagen op zee. Tot nu toe namelijk niet. Ik verveel me, doe trouwens ook niets, ben katterig en een beetje somber. Jenneke is begripvol en lief. We hebben het er even over. Precies dan komen er 15 dolfijnen rond de boot. We gaan met z’n tweeën voor op de boeg staan en kijken. Zouden ze door hebben dat ik somber ben? Ze springen soms wel drie meter hoog. Dit helpt beter dan praten.

Van andere zeilers hoor ik dat je na drie dagen op zee echt wel gewend bent en weinig last meer hebt. Om dat te ervaren zijn we ook niet via Marokko gegaan. Ik wil weten of ik me beter ga voelen na drie dagen. Maar wat als dat moment niet komt? Ik denk na over alternatieven. Dit drie weken? Lukt me niet. Wil ik niet.
Voor het donker wordt repareer ik de windvaan. De touwtjes slijten door. Ik sta tot mijn enkels in ’t water.
Ik ben moe maar kom niet in slaap. Maak me lichtelijk zorgen. De nacht is min. De maan is afgelopen en het is erg donker. Jenneke doet een langere wacht om mij meer slaap te gunnen, helpt niet. De wind neemt toe. Snelheid 6 of 7 knopen.

Jenneke
We veranderen we de zeilvoering naar melkmeisje. Zo kunnen we beter de uitgezette koers houden. Om 10:00 hebben we weer het M.M.M (Mijlen Meet Moment). Deze dag extra leuk, de afgelopen 24 uur hebben we goed gezeild :D.
Vandaag heb ik zin in wat frissigheid. Ik was mezelf van top tot teen en eet fruit. Daar knapt een mens van op na twee dagen bankhangen en veel snacken.
Verder worden we getrakteerd op een dolfijnenshow. We staan samen op de punt en zien soms knettergekke dolfijnen die zichzelf met een rare kronkel 3 meter boven het water uitgooien.
De touwtjes van de windvaan zijn aan het doorslijten dus voor het donker wordt moeten we dat fiksen. Bart hangt even vervaarlijk aan de achterkant van de boot om de boel voor elkaar te krijgen. Aan een life-line hoor, rustig maar.
‘s Nachts heb ik een extra lange wacht gedaan om Bart meer slaap te geven. Ook probeer ik hem te helpen met ontspannen door zijn hoofd en schouders te masseren. Meer kan ik niet doen. Het voelt echt machteloos als het allemaal niet helpt… 🙁

DAG 4: 87 mijl

Bart
Om 10.00 ben ik mijn dufheid zat. Ik was me, eet iets, poets mijn tanden en ga in de kuip zitten. De wind zakt in zoals ze voorspeld hadden. Zondag rustdag, hm. Het grootzeil gaat klapperen vanwege de deining. We besluiten de halfwinder (soort spinaker) te hijsen en uit te bomen. Gaat mis. Het zeil raakt in de knoop, de wind neemt toe, het touw schuurt blaren in mijn hand. ’t Wordt een heel karwei om ‘m binnen te halen. Alles opnieuw doen? Nee. De lier valt ook overboord. Na een uur prutsen staat uiteindelijk toch de genua weer. 2,8 knoop. Ik eet wat drop en bewaar de rest voor ’n moment dat het me beter smaakt. Ik tik op de barometer: zakt iets.
We rollen enorm. Het ligt en zit niet ontspannen. Ik kan er niet van genieten. Mijn stemming is nog niet beter. Ben duf en lamlendig; de fysieke toestand waar ik een hekel aan heb.
Nu weer 4 knoop gelukkig. De windstille dag lijkt mee te vallen. Jenneke ligt binnen, ze heeft last van haar been. Hoop niet dat het erger wordt.

Ik luister een preek van Henk Mijnders, ‘t is ten slotte zondag. Leuk om weer even ‘in onze kerk te zijn’. Elke 12 min sta ik op, doe de koptelefoon af en kijk of er andere boten zijn. Iets wat ik in Zwolle zelden of nooit deed tijdens een preek. ’t Gaat over Jona. Waarom hebben wij nog geen walvis gezien? Na de dienst luister ik Pat Metheny. Muziek die bij veel van mijn stemmingen past. Jenneke lost mij af.

De tweede wacht is zwaar. ’t Is echt pikkedonker. We gaan 3,5 knoop, dat doet ook iets. Van 03.00 – 06.00 liggen we praktisch stil. Nouja stil, we rollen. Slapen lukt me al twee dagen moeilijk. ‘k Denk dat mijn geest wel moe is, maar m’n lichaam niet. Ik doe immers de hele dag niets.

Jenneke
We besluiten de grote halfwinder te gaan hijsen, zonder grootzeil erbij. Het hijsen mislukt. Bart schramt zijn handen en arm aan het touw. Doordat ik me vreemd schrap zet achter het stuur schiet er een knak in mijn rechterbeen. Nu is het gewoon even niet meer leuk allemaal. Het luisteren van een kerkdienst uit onze vertrouwde kerk in Zwolle zorgt voor de druppel. Ik huil eventjes om alle stomme dingen: zeer been waardoor ik amper kan lopen en liggen, Bart die niet kan slapen, een enorm rollende boot de héle tijd!

Nadat ik gekookt heb ga ik maar weer slapen.
Tot Bart me wakker maakt voor mijn nachtwacht. Hij zegt bijna niks en kukelt gelijk het bed in. Vreemd vind ik dat. Later snap ik het: we hadden bedacht dat zo’n wisseling misschien zou helpen om in slaap te komen. Omdat we zo abrupt wisselden weet ik niet goed of ik nou droom of wakker ben. De nacht is erg donker en het rollen gaat nog steeds als een luidruchtige cadans door, erg surreëel allemaal.

DAG 5: 118 mijl

Bart
Dit lijkt de laatste dag te worden. Mooi. Van 07.00 – 11.30 staat de motor bij. Dan komt er een front met regen, daarna wind. Precies zoals ze vorige week woensdag voorspeld hadden. Knap.
De zon gaat schijnen en we gaan lekker. 5,5 – 6,5 knoop. We rollen minder. Jenneke maakt wraps en muziek. De oceaan oversteek krijgt weer kans in m’n hoofd. Gelukkig.
Eind van de middag lopen er twee boten op ons in. Daar wordt ik competitief van. Eén roept ons op via de marifoon. Een Nederlander. Boot gekocht in Griekenland en vaart ‘m nu naar Australië, waar hij woont.
We varen de nacht in met alleen uitgeboomde genua. Jenneke doet de eerste wacht, ik de tweede. Pikkedonker. Jammer dat de maan niet meedoet. Ik luister 1,5 uur Herman van Veen buiten in de kuip. Tijdens mijn tweede wacht zie ik het licht van Lanzerote. Ik heb zin om aan land te gaan. Langzaam worden de contouren van het vulkaan eiland zichtbaar.

Jenneke
Ik ben heel blij dat het weer licht wordt. De vlotte wisseling van vannacht heeft geholpen: Bart heeft heerlijk geslapen! 😀
We zetten de motor aan omdat we de verkeerde kant op dobberen. Na een regenbuitje steekt er een goede wind op en snijden we met 6/7 knoop door het water. Wat een verademing! Eindelijk geen gerol meer en een lekker vaartje. Ik zie Bart in de zonnige kuip zitten en hoop dat hij weer wat positiever wordt over het zeezeilen. Op zo’n mooie dag vergeet ik namelijk erg snel de ellende: ‘natuurlijk wil ik die oceaan over!’.
Als ik een keer aan dek kijk of alles nog goed gaat zie ik een geel pluizenbolletje zitten. Wat een superschattig vogeltje! Ik word, net als bij dolfijnen, altijd heel vrolijk als ik levende wezens ontmoet op zee. De vogel vaart een stukje mee, hij ziet er erg moe uit.

’s Avonds hebben we nog lol met de marifoon. We hebben een gesprek met een Nederlandse Australiër die ons achterop komt zeilen. De lol is vooral dat onze marifoon het niet goed doet en dat we de half gare handmarifoon erbij moeten pakken, die het ook maar voor de helft doet. Maar de twee helften bij elkaar zorgen toch voor een gesprek.
Verder komt er nog een dik cruise schip op ons af. Gelukkig wijkt hij op tijd uit want het is moeilijk om van een drijvende kerstboom de koers goed in te schatten.

DAG 6

Bart
Om 07.10 komt de zon op. Ik zit in de kuip. Met deze snelheid kunnen we er rond 12.00 zijn. Mijn wacht zit er op, maar ik laat Jenneke nog even slapen. Ze heeft mij ook vaak gematst en ik voel me beter nu. Trouwens, voor de kust zeilen met opgaande zon wil ik niet missen. De laatste uren zeilen we heerlijk. We praten ook weer voluit. Ik stuur de boot dicht langs de kust, daar is meer wind weet ik uit de boeken.
Om 15.00 liggen we voor anker. En om 17.00 komt de Australische Nederlander – die we op zee spraken – verse vis brengen. Gevangen op zee en teveel voor hem alleen. We zitten zo twee uur te praten. Het leven in de ankerbaai is weer begonnen, heerlijk.

Jenneke
Na mijn ochtend dut van 3 uur kom ik aan dek en zie ik de vulkanen van Lanzarote. Bart laat Tutti vlak voor de kust varen zodat we alles goed kunnen zien. Op zo’n manier is het helemaal niet erg dat het nog een paar uur zeilen is. Met zo’n vlakke zee en een mooi vaartje is het een hele mooie aankomst.
Totdat Bart zich ineens laveloos schrikt van een zeebodem die wel érg goed te zien is. Aiai, een ondiepte, wel blijven opletten!
We arriveren in de haven van Arrecife. Omdat die vol is moeten we na een paar uur weer weg. We krijgen het voor elkaar dat we toch kunnen douchen en wifi-en. Daarna gaan we voor anker, ook prima. Als we maar kunnen uitslapen morgenochtend 🙂