Al jakkerend op mijn vouwfiets jaag ik over de Zwarte weg richting het station. In mijn rechterhand wankelt een kop thee die ik nog persé op wilde drinken, mee gegrist van de ontbijttafel. Na wat half lauwe slokken gooi ik de kop leeg en prop vervaarlijk wiebelend het ding in mijn rugtas. Ik heb mijn hand weer vrij om een vluchtige blik op mijn telefoon te werpen: nog 7 minuten, dan vertrekt mijn trein! Ik moet ook echt in deze minuten die ene leerling smsen. En eigenlijk wacht er nog een bestuurslid van mijn koor op een berichtje over het komende concert. Heb ik mijn muzieklessen eigenlijk wel goed genoeg voorbereid? Om nog maar niet te spreken van de zooi die ik thuis heb achtergelaten voor Bart…

Wat kon ik toen enorm hunkeren naar andere momenten. Momenten waarop ik kon zeggen: ‘het is goed zo’. ‘Ga zitten, leg je voeten op de kachel en doe verder gewoon eens even helemaal niks’.
Af en toe lukte het wel hoor. Maar toch begon die zeilboot te lonken aan de horizon, dat snap je vast wel. Los van werk, bezit en sociale verplichtingen. Even helemaal niks hoeven…

Nu, ruim een half jaar na vertrek, kijk ik terug op deze beweegreden om te vertrekken. Hoe staat het ermee op het moment? Zit ik er bij zoals velen van jullie dénken dat ik er bij zit: chillend op een zeilboot in de jungle, ‘living the dream’, totaal tevreden en vergenoegd?

Tsja, en dan moet ik toch beschaamd toegeven nog steeds last te hebben van het ‘altijd-meer-en-verder’ virus. Juist omdat je zo vrij bent om overal heen te zeilen is het bijvoorbeeld soms lastig echt te zíjn op 1 bepaalde plek.
Ook voel ik me vaak tekort schieten in het op afstand onderhouden van vriendschappen en familiebanden. Om nog maar niet te spreken van het bijhouden van de site en social media, dat is ook niet snel genoeg. Ook wil ik altijd wel meer plekken zoeken om muziek te maken en in contact komen met toffe mensen / projecten.
Vergeleken met mijn overvolle leven in Zwolle heb ik natuurlijk een veel legere agenda. Maar toch is het irritant om te merken dat ik nog steeds af en toe last heb van het idee niet te voldoen. Dat ben ik dus helaas nog niet kwijtgeraakt onderweg.

Wat is dat toch met de mensheid, dat het niet snel goed is? Altijd meer en meer en verder.
Het zal ons vast ver gebracht hebben, maar heb jij ook zo’n last van de bijwerkingen?
Dat we voortdurend bezig zijn ergens te komen terwijl we het moeilijk vinden om ergens te zíjn
Dat we liever naar onze droom toeleven dan dat we er ín durven leven…
Dat we dagelijks in gevecht zijn met de tijd die te snel lijkt te gaan…?

Al heel lang neem ik een klein liedje met me mee die ik af en toe zacht over de zee zing tijdens een oversteek. Deze woorden langzaam zingen helpt mij enorm om ín het moment te zijn, bewust te zijn van al het moois. Dan hoor ik het God zeggen: ‘Rise and shine!’ ‘Het is genoeg… IK BEN genoeg’. Dan vier ik opeens pasen in Suriname.


Als er nooit meer een morgen zou zijn  —-  en de zon viel in slaap met de maan
Heb je enig idee wat het met je zou doen  —-  als er nog maar één dag zou bestaan

Zou je hart zich weer vullen met vuur  —-  van de eeuwige schaamte bevrijd
Keek je niet meer benauwd naar de klok aan de muur —- kwam je los uit de greep van de tijd

We verbannen de dromen naar morgen en later  —- maar doet het je stiekem geen pijn
Dat je dan pas zou doen wat je altijd al wou  —-  als er nooit meer een morgen zou zijn


Met dat menselijke gevoel van ‘nooit genoeg’ zal ik moeten blijven vechten, dat heb ik intussen wel geleerd. Maar het heerlijke is ook dat ik in deze zoektocht onderweg mag blijven. Mild naar mezelf mag ik telkens weer opkrabbelen en lachend zonder schaamte de wereld in hobbelen.

Zet je koptelefoon op en onderstaand filmpje op fullscreen. En geniet van wat beelden die ik zette bij een hele mooie opname van het lied, gezongen door Maan.