Ken je dat? Van die periodes in je leven dat je een ‘thuis’ hebt en een ‘huisthuis’?

In mijn conservatoriumtijd had ik dat bijvoorbeeld. In gesprekken met medebewoners van mijn studentenhuis kwam het woord regelmatig voorbij: ‘wat doe jij dit weekend?’ ‘Ik blijf thuis’ ‘Oh ik ga naar mijn huisthuis’.  Zeker toen ik nog geen jaar op kamers zat was het heerlijk om weer een paar dagen terug te zijn in mijn ouders’ huis. Wasgoed meenemen, weer aanschuiven in plaats van zelf koken… je kent dat wel :).
Alsof het thuisgevoel op je studentenkamer je nog niet alles kan bieden wat je nodig hebt, dat het nog te onzeker voelt allemaal. Gelukkig ging dat over, ik kreeg veel vrienden in Zwolle en maakte een nieuw thuis samen met Bart. Jaren kwam het woord huisthuis dus niet vaak meer voorbij, tot augustus 2018.

Toen we de stap namen om een wat wiebeliger thuis te kiezen, zonder vaste plek, voelde het alsof we weer extra een huisthuis nodig hadden. En dan bedoel ik niet alleen onze lieve ouders maar de hele sociale kring om ons heen in Nederland. Wat heerlijk om te weten dat er een land is waar we, als het nodig zou zijn, bij tig adressen kunnen aanbellen voor een knuffel, een goed gesprek, een heerlijke maaltijd en een bed. Sinds ons vertrek uit IJmuiden heb ik dat altijd als een onbetaalbare sociale verzekering gevoeld.

‘Als het echt niet meer gaat kun je altijd terug!’

Dat klinkt allemaal heel mooi maar hoe herken je dat moment? Wanneer gaat het echt niet meer en wie bepaalt dat? Dat blijkt lastiger dan ik dacht.

Piscadera, juni 2020
Het is twaalf uur, de zon brandt ongenadig op ons stalen huis. Als ik toch de hitte trotseer om weer eens een katoenen luier van Suze aan de reling te hangen kijk ik mistroostig over de baai. Het asfalt van de scheepswerf ligt bijna hoorbaar te suizen van opgeslurpte zon en ook de steeds droger wordende bergen om ons heen kunnen me niet vrolijk maken. Het mangrovebosje aan de rand van het vlakke water is ook al niet veel soeps: het gonst er van de mugjes omdat het al een paar dagen windstil is. Ik kruip maar weer de kajuit in waar het nog enigszins dragelijk is vanwege de schaduw.
Suze ligt op de bank te slapen. Dat vind ik wel even fijn want soms weet ik niet meer zo goed hoe ik met haar de tijd moet vullen. Dansen op klassieke muziek hebben we al gedaan vandaag en om nou wéer al haar boekjes voor te lezen waar ze nog niet veel van snapt…
Het duurt nog een heel aantal uur voordat Bart terug is van zijn klus op de wal. Hij heeft de bijboot mee dus ik kan geen kant op. Door de warmte ben ik te suf om creatieve dingen te ondernemen en de vaat is ook al gedaan.
Moe en slap krul ik me dan maar om Suze heen op de bank en val in slaap.

Zo ging het wekenlang. Langzaam raakte ik m’n oude vrolijke zelf kwijt. Ik was onzeker over werkelijk alles, had weinig bewegingsvrijheid en kon er maar niet aan wennen dat er niet meer uit mijn handen kwam dan het netjes houden van de boot en het zorgen voor de baby. Ik was geen reiziger meer maar ook geen drukke muziekdocent. Door het vele verhuizen verdween ook mijn thuisgevoel. Toen ook nog eens de situatie rond Corona voor veel uitzichtloosheid zorgde kwam er een punt waarop het woord ‘depressie’ gevaarlijk dichtbij kwam. En toch bleef ik maar denken ‘het moet toch kunnen..?’. Een baby in het buitenland krijgen, op een boot wonen met je gezin, dat doen toch meer mensen? Dat moet toch kunnen? Ik bleef als eeuwige optimist opnoemen wat hier op Curaçao wél allemaal was en dat het heus nog wel slechter kon…
Toch kwam er gelukkig dat moment waarop ik de strijd opgaf: ‘ik wil niet meer, ik wil NU een ticket naar mijn huisthuis’.  

De plek waar ik altijd naar terug kan als m’n eigen thuis een beetje verwaterd
De plek waar ik heen kan als mijn eigen huis me niet meer kan bieden wat ik nodig heb
De plek waar ik als verse moeder zelf ook weer even kind kan zijn

Er viel een last van m’n schouders.

We hebben de afgelopen drie maanden enorm genoten van alles wat ons vaderland te bieden heeft. Bart vertelde er al over in zijn vorige blog. Voor mij was het belangrijk om de eerste volle week bij mijn ouders te zijn. Vervolgens was het in Dalfsen geweldig om leeftijdsgenoten met kleine kindjes op loopafstand te hebben (heel veel dank Eline en Alinda! :D). Lekker sparren over babyhapjes, slaapritmes, struggles met de mannelijke wederhelft haha en nog veel meer dagelijks gehuil en gelach. Ook het werken op scholen heeft me goed gedaan en het verlengen van m’n verlopen rijbewijs. Na 2 jaar afhankelijkheid op de bijrijdersstoel crosste ik weer als een vrije vogel door het land. De vele goede gesprekken met mensen die me al erg lang kennen hebben me allerlei inzichten opgeleverd. Inzichten vol acceptatie en liefde maar ook inzichten om mee aan de slag te kunnen de komende tijd.
Sjonge wat een lijst fijne dingen, ik zal maar stoppen voor het langdradig wordt :).

Dagje gek doen met zwager Rik in het Stedelijk museum A’dam

Maar dan komt natuurlijk een tricky stap: van je huisthuis weer terug naar je eigen thuis.

Curaçao, januari 2021
Ik word wakker van een klein handje in m’n gezicht. Suze kijkt me breed lachend aan, ze was naast ons in slaap gevallen maar heeft er blijkbaar genoeg van. Het is nog erg vroeg maar de tropische vogels fluiten al volop. Bart slaapt verder en ik ga met Suze eruit om te ontbijten en de koffers verder uit te pakken. Een heerlijke zwoele ochtendbries waait de geuren aan de voorkant onze woonkamer in en aan de achterkant door de keukendeur er weer uit. Ik sta er middenin en voel me intens blij. Ik voel weer kracht en zin. Heel veel zin om Tutti weer tot een echt thuis te maken en ons reisleven op te pakken. Het gekke is dat de situatie niet persé dit geluksgevoel uitlokt: we hebben een paar pittige paar weken voor de boeg met klussen en/of oppassen op Suze, afscheid nemen en misschien wel in een lockdown terecht komen in Panama. Toch voelt dit nu veel meer als een uitdaging in plaats van een verlammend lot. Er is de afgelopen drie maanden hierbinnen iets opnieuw gaan bloeien. Een vrolijkheid die me weer laat bruisen van nieuwe ideeën, zin en kracht. Een gevoel omschrijven met woorden voelt erg beperkt daarom maakte ik een tekening erover (zie headerfoto).

Als het goed is verhuizen we deze week van ons geschonken appartement naar de boot en kunnen we eind februari de zee op richting Panama voor het kanaal :D.

Holadijee ik heb er zin in!


*klik uiterst linksboven op de foto om ‘m te vergroten