We hebben een poos niets van ons laten horen, maar we hebben ook niet bijster veel gezeild de afgelopen tijd. De laatste zeiltocht ging van Bonaire, via Nederland naar Curaçao.
Voor een ieder die het gemist heeft; we waren dus even in Nederland. Een maand.
Ik wilde eigenlijk niet, maar Jenneke wel en haar ouders des te meer. Ze sponsorden ons om bij het familieweekend te kunnen zijn. Hun gulheid kent geen grenzen.
En zo brachten de mannen van KLM ons in krap 9 uurtjes terug naar waren we vandaan komen. Een jaar lang zeilden wij met 5, 6 of 7 knopen over de zeeën voortgestuwd door enkel windenergie, maar de KLM knalt met 1000 km/h door het luchtruim boven diezelfde oceaan. Een paar maanden had ik nodig om los te komen van Nederland en binnen twee films, een lauwe maaltijd en een kop koffie waren we weer terug bij af. Goed, hopelijk heb ik enig begrip gekweekt voor mijn terughoudendheid om huiswaarts te keren, maar ik geef ook ruimschoots toe: wat heb ik genoten. Wat hebben we ervan genoten!
Op 13 augustus landden we, twee uur later hadden we voor 300 euro een auto gekocht en nog eens 2 uur later zaten we in de achtertuin van mijn ouderlijk huis. Die auto bracht ons een maand lang door heel Nederland met twee slaapzakken, een tent en onze backpacks achterin. En aan diegene die zich rot schrok omdat we ineens weer aan de keukentafel zaten: sorry.

Het vreemde was dat ik zelfs genoot van precies díe dingen die mij de jaren voor ons vertrek gingen tegenstaan. De rust, het gemoedelijke, de voorspelbaarheid, de luxe, de keurigheid, de betrouwbaarheid, de efficiëntie en het eeuwige gevoel van veiligheid.
En uiteraard genoten we ook volop van de dingen die sowieso fijn zijn, maar die we een jaar lang niet hadden. De warme douche, het slapen onder een deken, het voelen van de ochtendfrisheid, het vers gemaaide gras, continu lieve mensen om ons heen met fijne gesprekken, de knusheid van een kachel, de roomboter op het suikerbrood en natuurlijk de prachtige kleuren van de kgggrrrrr BAM!
Tien uur later stonden we weer op vliegveld Bonaire. Wat zijn we nou helemaal aan het doen?!
Een dag later zaten we weer te borrelen bij Laurens en Kitty aan boord. Oja, we hadden hier ook heus wel vrienden.

Bonaire heeft ezels en flamingo’s, beetje vreemd combinatie als je ’t mij vraagt, maar ze lopen tevreden naast elkaar. Je mag op Bonaire niet ankeren vanwege het koraalrif en zodoende zeilden wij twee dagen later door naar Curaçao. In het Spaanse water lig je weer voor niets, maar dat is ook zo’n beetje het enige voordeel wat we hier voelen. Voor de rest komen we nog niet echt in onze vreugdevolle avontuurlijke zeilstemming van afgelopen jaar. We zitten hier even vast. Het is namelijk orkaan seizoen. We hadden stiekem nog twee maanden orkaan seizoen op de Grenadines gerekt, maar nu moet je daar niet meer wezen en zitten we hier veiliger. Bovendien moet de boot even uit het water voor wat onderhoud. Curaçao is een van de weinig plekken waar dat kan en waar je bovendien wat watersport winkels hebt. Ook hopen we hier wat werk te vinden om de scheepskas wat aan te vullen. Nou, dat aanvullen gaat nog niet zo makkelijk. Sterker nog er gaat ineens van alles kapot! Het gasfornuis laat nog maar één pitje branden dus ik moet het hele ding uit elkaar halen. De wc raakte verstopt, dus ook dat hele ding uit elkaar gehaald. Het dek lekt waardoor het plafond nat wordt. Vandaag wilde ik de motor starten maar ik kreeg geen gehoor. Weer een hele ochtend wezen sleutelen. En dan nu het ergste: onze trouwe bijboot is lek en niet meer te plakken. Het PVC valt domweg uit elkaar door de hitte. Nu peddelen we in onze opblaaskano naar de kant en proberen we een nieuwe te vinden. Maar die dingen hebben hier een prijs waar ze zelfs in Scandinavië van gaan huilen, dus ik sta op het punt om onze dinghy vol te spuiten met pur schuim.
‘Is dat wel verstandig meneer’? Nee, ’k denk het niet, maar nood breekt wet, en verstand.

De natuur is om te huilen. Het is dor, droog en stoffig. De kleur groen kennen ze niet, het water onder de boot is het snorkelen niet waard en de koelte kan alleen kunstmatig worden bereikt. Aan de oevers van de ankerplas is nog niet de kleinste winkel te vinden, zodat je altijd per bus of huur auto naar de stad moet, 8 km verderop. 
Nouja, dit wordt dus een tijd van klussen, geld uitgeven en verder ongemak en zeker geen mooie wandelingen door oerwouden, rivieren en vulkanen.
Het beste remedie om een dip te voorkomen is zorgen dat er af en toe een klus af komt en zorgen dat je fijne mensen leert kennen. Beide dingen beginnen zowaar toch te lukken. De motor loopt weer en gisteravond verzorgden we live muziek op het strand bij een verjaardags-BBQ. En dat werd goed betaald. Nog 28 van dit soort optredens en we hebben een nieuwe dinghy bij elkaar 🙂