Ik heb even getwijfeld of ik deze blog wel zou schrijven en posten, omdat het al de derde achtereenvolgende blog is die over Suze gaat en over het feit dat wij net vader en moeder zijn geworden. Ik wil namelijk niet bij die groep ouders horen die, zodra ze een kind hebben, alleen nog maar daarover kunnen praten. Wij denken en praten ook nog genoeg over andere zaken, maar toegegeven, het is ook heerlijk en interessant om over een kind na te denken en over je nieuwe rol als mens. Bovendien was de helft was deze blog toch al geschreven onder het titel ‘Gedachtes van een bijna vader’ maar omdat Suze, geheel tegen onze planning in netjes op tijd kwam was ik te laat met mijn stukje tekst.

Op collectief niveau is er bijna niets normalers dan een kind krijgen. Het gebeurt in elk land, elke dag, bij alle volken al duizenden jaren lang. Maar op individueel niveau is er bijna niets zo bijzonder als een kind krijgen. Ik ken weinig grotere en definitievere veranderingen in een mensenleven dan van de ene op de andere dag vader of moeder worden.
Wanneer er een zo’n grote verandering heeft plaats gevonden krijg ik daar als vanzelf gedachtes over. En omdat u mijn gedachtes niet kan lezen heb ik ze even opgeschreven, zodat u mijn gedachtes toch kunt lezen.

Ik kon mij tijdens de zwangerschap vrij veel kinderen voorstellen, behalve m’n eigen.
Hoe stel ik mij m’n eigen kind voor? En waarom is dat zo moeilijk als je nog geen kinderen hebt?
Er zijn zoveel kinderen, ik kén zoveel kinderen, er is bijna niets normalers dan kinderen. Maar als ik mij mezelf probeerde voor te stellen met een kind dan lukte dat nauwelijks. Ik kon mij vroeger nog makkelijker m’n vriendin voorstellen toen ik er nog geen had, dan tijdens de zwangerschap m’n eigen kind. Maar sinds 2 april is het een fluitje van een cent. Had ik haar al eens aan u voorgesteld? Ze is lief en heet Suze.

Ik ben vroeger zelf ook een tijdje kind geweest dus ik weet wel hoe het werkt, maar nu ben ik al een tijdje volwassen. (Daar zijn de meningen níet over verdeeld, ik waarschuw jullie!)
Maar hoe volwassen kun je eigenlijk worden? En interessanter vind ik nog; wordt ik nu nog een klein beetje volwassener omdat we een kind hebben? Is het de laatste kleine sprong naar de totale volwassenheid? Met een volgroeid gevoel voor verantwoordelijkheid?
Of doe ik een stapje terug? Wordt ik weer iets meer kind samen met m’n kind? Leer ik weer de verwondering van een kind en de onbevangenheid. Ga ik weer spelend met het leven om?
Misschien heb ik mijn meest volwassen jaren wel gehad. Nou dat viel me dan alles mee.
Maar laat ik nog een derde optie introduceren. Een kind is een kind. Een volwassene is een volwassene. Maar er moet een nieuw woord bedacht worden voor diegene die moeiteloos kan switchen tussen beiden. Die zowel kan werken als spelen, kan ontdekken als beschrijven en zowel impulsief enthousiast is als wijs en bedachtzaam. Zo iemand wil ik zijn.
Suggesties voor een nieuw woord zijn welkom.

Voor mij is een pasgeboren baby (lees: onze eigen baby) net als de golven van de zee of de vlammen van een kampvuur, je kunt er uren naar kijken zonder dat het verveelt.
En soms is ze zó zacht dat je amper kan voelen waar ze begint en ophoudt.
Dan vind ik haar zo lief dat ik zin heb om in haar te bijten. (ja ik weet dat alle vrouwen nu met de haren recht overeind zitten. ’t Is misschien een mannendingetje)

Maargoed, de mening van een vader over haar dochter is natuurlijk eigenlijk te zoet voor woorden, Wat vind Suze eigenlijk van de wereld en alles er omheen?
Ik weet wel, daar kom je niet achter, maar soms is een vraag stellen leuker dan een antwoord krijgen.
Vindt ze dat ze leuke ouders heeft? Vindt ze de wereld mooi? Vindt ze de geluiden te hard of de zon niet warm genoeg? Vind ze het druk of saai? Vind ze parfum stinken en mensen niet?
Toen ik hierover nadacht viel mij een andere vraag in; kan een pasgeboren baby eigenlijk wel een mening hebben? Kun je een mening hebben als je werkelijk alles voor het eerst ziet, hoort, proeft en voelt. Kan ze het ergens mee vergelijken, weet ze wat normaal is en weet ze hoe het beter of minder zou kunnen? Kunnen wij mensen alleen een mening hebben als we iets kunnen vergelijken? En kom ik nog wel eens iets tegen wat ik met niets kan vergelijken?
Ik zou heel graag zo’n eerste dag met Suze willen ruilen om de wereld weer voor het eerst te ervaren, maar wel met mijn volwassen brein. Als ik in de ogen van Suze kijk, kijk ik in een klein mysterie.

Bezoek uit Holland kan nog niet, maar post wel! We krijgen pakketjes opgestuurd
en vele kaarten. Heel erg leuk!

En dan kunnen we zo zachtjes aan beginnen met opvoeden.
Ik bemoei me eigenlijk nooit openlijk met de opvoeding van kinderen bij anderen. Ik durf niet, ik doe het niet. Er heerst een soort taboe op. Ik ben bang om verzeild te raken in een spinnenweb aan kritiek, betweterigheid, onzekerheid, bemoeizucht, kwetsen, controle, angst, ruzie, oorlog.
Maar eigenlijk vind ik het jammer. Ik hou ervan om over dingen na te denken, gedachtes te delen, opzoek te gaan naar waarheid en wijsheid, nieuwe meningen en overtuigingen te horen om er zelf weer iets van te kunnen leren. Maargoed, ik heb het geaccepteerd hoor, ik zal me er niet mee bemoeien. Je zult mij niet horen. Of bijna niet. Dat is een nuance verschil.
Maar wilt u het alstublieft wel bij ons doen? Wij staan nu namelijk voor de grote taak om een kind op te voeden, om vele afwegingen te maken en om te zoeken naar wat goed is. Dus zeg het me als je vindt dat ik haar te veel verwen of te vroeg met loslaten begin, als de regels te streng zijn of juist te vrij, als ons kind teveel zand binnenkrijgt of juist te schoon is, te brutaal of juist te verlegen is.
Hoe vaak hebben andere zeilers ons geen tips gegeven toen we net op pad waren? Hoe vaak kreeg geen adviezen toen ik aan onze 2cv begon te sleutelen of toen ik begon met tuinieren? Dus waarom geen bemoeizucht als wij een kind moeten opvoeden?
Is het omdat ik het beste voor m’n kind wil? Neehoor. Hoe weet ik nu wat het beste is? En hoe kan ik daar aan voldoen? Het goede is mij goed genoeg.

Gedachtes, zo zitten ze in je hoofd, zo staan ze op papier. Heeft u ook interessante gedachtes over kinderen, ik hoor ze graag. Misschien kunnen we ruilen, ik heb er een paar dubbel.

Tot slot: waarom is er niemand tegen baby’s? Dat vraagt de druktemaker Pieter Derks zich af en hij heeft verdacht goede redenen.