Gran Canaria? Is dat niet zo’n eiland waar mensen een week op het strand gaan liggen omdat ze het zo koud hebben in winters Nederland? Zonder zeilboot zouden we het niet in ons hoofd halen om een maand vakantie hierheen te boeken. Maar moet je kijken wat je allemaal kunt ontdekken als je een goede wandelgids koopt en er veel op uit trekt: we hebben echt een fantastische tijd gehad!
Hierbij een overzicht van de mooie plekken die we hebben bezocht.

1 – Las Palmas city

Gelukkig kreeg het eiland bij ons wel een ‘second chance for a first impression’ want onze kennismaking was niet echt veelbelovend. We kwamen in een stedelijke ankerbaai terecht inclusief vierbaans snelweg en jankende sirenes. Moeten we hier een maand rondhangen? help!
Toch heeft de stad ons uiteindelijk veel gebracht. We lagen naast een enorme haven vol goede watersportwinkels, leuke mede-zeilers en wifi barretjes. Ook ontdekten we mooie plekken in de stad zelf. Het grote stadsstrand bijvoorbeeld waar we snorkelden en worstelden met de golven op ons bodyboard. Of de mooie oude stad met karakteristieke pleintjes, de sint Anna kathedraal en het conservatorium.

2 – Schiereiland La Isleta

Vroeger lag er een klein eilandje voor de kust, bewoond door langharige blonde Aboriginals. De stad las Palmas vormde uiteindelijk de verbinding naar het vaste land waardoor er een schiereiland ontstond. ‘La Isleta’ doet echter nog steeds denken aan een los eilandje als je er rondloopt. Omdat het zo dichtbij de stad ligt hebben we er vaak gewandeld. De golven slaan er ruig op de kust. Er zit veel lucht in de vulkaanstenen dus af en toe ontstaat er een soort geiser doordat er water onder de rotsen wordt geperst. In de originele rotswoningen van de Aboriginals wonen nu hippies en een hoop katten.

3 – Bandama krater

Als we het geraas van de stad zat waren (vaak!) was er altijd de uitvlucht van de Bandama krater. 25 minuten in de bus… groenheid, stilte en frisse lucht: wat een verademing! De bus stopte aan de rand van de krater. Vanaf daar wandelden we naar beneden de krater in of langs de rand helemaal rond. Als je de krater inliep werd je gelijk omringd door groene planten en allerlei gekke bloemen. Ons bezoek moest er ook telkens aan geloven. Met Jan (vader van Bart) en Sharon (vriendin van Jenneke) liepen we de hele krater rond en in. Toen we er met mijn ouders waren roken we ineens iets zoets, bleek er opeens één of andere bloesem te zijn ontpopt die week. Fantastische plek!

4 – Pico de las Nieves

Uiteraard moet de hoogste top beklommen worden (1939 m). Verschillende keren liepen we naar de piek van de las Nieves. De wandeling begon op een gezellige parkeer-/picknickplek. Daar werd soms uitgebreid gebarbecued door nog uitgebreidere Spaanse families. De weg naar de top liep door het naaldbos en een stuk ruige rotsen. De roodachtige rotsen deden ons denken aan de Grand Canyon in Amerika, hoewel we daar nooit geweest zijn. Vanaf de top had je een magnifiek uitzicht op Roque Nublo, een bekende rots op Gran Canaria, en in de verte was zelfs het buureiland Tenerife te zien.

5 – Stuwmeren Cueva de las Niñas

Het beklimmen van de top combineerden we vaak met een bezoek aan deze meertjes. Ook hier weer allemaal plekken om vuur te maken en kippen te braden. Het was een fijne plek waar iedereen kon doen waar ‘ie zin in had: lezen langs de waterkant, wandelen tussen de twee meertjes in of gewoon lekker niks doen.
Bart en Raymond hebben hier een nacht gekampeerd, waarbij er twee vuren werden aangestoken. Eén om de kip en pizza’s op te braden en één om tot diep in de nacht bij te kletsen.

6 – Barranco de los Cernícalos

Vanuit het kleine busje deed de vallei denken aan een Aziatisch landschap, steil en donkergroen. Na drie stappen waren we vol verwondering over dit verrassende landschap. Die verwondering en verbazing bleef de hele tocht, omdat het landschap telkens een beetje veranderde. Na een half uurtje hielden we pauze bij een beekje. Het was alsof we in de Franse Alpen waren. Toen we verder liepen deed het ons denken aan de Belgische Ardennen; vochtige rotsen, mos en een zacht stomend beekje. Iets hoger gekomen liepen we over een tapijt van gekleurde bladeren terwijl de wind heel zacht door de bomen ruiste. Samen met de heerlijke bos geuren was het alsof we in Stegeren liepen en hadden we eindelijk het gevoel van herfst dat we in oktober soms zo gemist hadden.
Vlak voordat we de vallei zouden verlaten bleven we staan treuzelen, we wilden allebei nog niet terug naar de stad. De zon stond laag en er heerste een totale rust en stilte. Het enige wat we hoorden waren de vogels. We zaten op een boomstronk en hadden het gevoel alsof het zo’n heerlijke zwoele zomeravond was op de Wezepse hei.
Naast de werkelijke schoonheid van deze vallei waren het vooral de vele associaties wat deze wandeling zo bijzonder maakte.

7 – Wandelen naar Teror

De wandeling naar Teror werd grotendeels gevormd door een oude handelsroute met ezelspaadjes. Fascinerend om te bedenken dat dit vroeger de enige verbinding was tussen de dalen. We pauzeerden er langs een verlaten paardenrenbaan. Wij langs de kant zitten wachten op de paarden, en maar wachten… uiteindelijk van verveling in slaap gevallen.
De wandeling eindigde wel weer magnifiek bij een mevrouw die van Canarische geitenmelk ijsjes maakte, jummie!

8 – Vallei van Guayadeque

Toen we Sarah en Lukas net leerden kennen kwamen we er al snel achter dat zij ook erg van wandelen hielden. Op een dag stapten we dus met z’n vieren in een huurauto naar Guayadeque. Het was een bewolkte dag en het waaide enorm daar hoog in de bergen. Bij het afdalen in het dal werd het gelukkig iets warmer. We vonden er amandelbomen met bloesem om te ruiken en wilde amandelen om te proeven. Ook hielp Lukas ons aan een nieuwe ervaring: het eten van cactusvruchten, heerlijk!

9 en 10 – Puerto de Mogán en de duinen van Maspolomas

Eigenlijk wilden we met de boot afzakken naar het zuiden van het eiland. Mijn ouders hadden namelijk in Puerto de Mogán een hostel geboekt voor de kerstdagen. Uiteindelijk kozen we toch voor een comfortabele autorit van 1,5 uur in plaats van 15 uur in windstilte en stromingen door elkaar geklotst te worden op zee. We hadden een heerlijke mini-vakantie in Puerto de Mogán. We genoten enorm van het bij elkaar zijn, de Nederlandse kerststol en de uitbundige bloemen in de binnenstad.
Op eerste kerstdag zijn we met onze huurauto heen en weer getuft naar Maspolomas: een uniek stukje natuur met Sahara duinen. Na het rennen in de duinen bezochten we een Nederlandse kerkdienst daar. En ook al had ik nog steeds zanderige voeten, ik mocht gelukkig alsnog even op het kerkorgel na de dienst, wat een geluk! 😀

11 – Dal van Agaete

Tutti was klaar voor vertrek, Lukas en Sarah de hitchhikers woonden al aan boord maar toch konden we nog niet weg. We móesten echt nog een keer de bergen in.
Na een lange kronkelige busrit rolden we half misselijk de bus uit in het dorpje San Pedro. Het dorpje produceerde met haar kakelende kippen en schreeuwende schoolpleinen een gezellig ge-echo in het dal. We beklommen vanaf het dorp de steile rotswand omhoog naar het bos. Hoog in het bos, aan de rand van de hoogvlakte hielden we een pauze met uitzicht over de oceaan. Daarna draafden we met een vaartje naar beneden om nog voor het donker in Agaete te zijn voor de bus naar huis. Daar vonden we een oud mannetje die in ruil voor een paar sigaren hulpvaardig wees hoe, waar en hoelaat we de bus moesten aanhouden.

Tot slot nog een paar plaatjes van bezoek uit Nederland en onze zeilersfamilie waar we enorm van genoten deze maand.