‘En dan willen we in juli/augustus weer verder richting Colombia en Panama’.
Ik citeer maar even onze vorige blog.
Opzich valt daar niets op af te dingen, we willen dat namelijk nog steeds wel, maar de huidige situatie is dat we nog steeds op Curaçao liggen. We zijn nu precies even lang aan ’t zeilen als dat we hier voor anker liggen. Ben je dan nog wel een wereldzeiler? Hm, daar zal een commissie over moeten oordelen.

Ik zal jullie even kort bijpraten, zodat iedereen weer op de hoogte is waarom wij nog steeds hier liggen en  geen nieuwe avonturen aan ’t beleven zijn.
Corona gooit nog steeds roet in het eten. Slechte metafoor eigenlijk voor de toestand in de wereld. Ik zou liever eenmaal roet in m’n eten hebben dan een half jaar vastzitten door Corona. Maargoed, ik dwaal af. (Wat overigens een mooie titel voor een blog zou zijn die aankondigt dat we de Pacific opgaan.) Nou terzake dan. De landen om ons heen zijn nog niet, of erg moeilijk toegankelijk. Aruba is – na een enthousiaste poging om alles weer open te gooien – toch weer helemaal dicht. Zuid Amerika loopt iets achter bij Europa en bevindt zich nu volop in het corona tijdperk inclusief lockdowns en vele besmettingen. Colombia wordt dus een lastig verhaal evenals Panama. Kijk, als je er echt heen móet, zou het vast kunnen. Met een 14 dagen quarantaine en een kruiwagen aan formulieren. Maar dat trekt ons niet. Bovendien willen we niet vast komen te liggen in een Colombiaanse haven en ons spaargeld zien verdampen omdat we niet verder kunnen naar Panama. De toekomst met corona is te onzeker. Goed, dat is dus besloten; we wachten op betere tijden. Hoelang? Geen idee. Het zou ons niet verbazen als dat tot november/december zal zijn. Tot die tijd moet u maar even iets voor uzelf doen. Een kleurplaat maken of een Donald Duckje lezen. 

Jenneke verwijt mij soms dat ik te zakelijk schrijf. Goed dan, hier de emoties: goh wat baal ik hiervan! Curaçao was al niet ons droomeiland (al kwam er wel een kleine droom in vervulling, snik snotter) en nu liggen we hier nog langer vast dan gepland. Suze is allang oud genoeg om mee te zeilen, maar de landen zijn dicht. Ik dacht dat je vooral zee nodig had om te kunnen zeilen, maar land blijkt minstens zo belangrijk. Als ik emotioneel was aangelegd had ik nu dikke tranen gehuild. Maar het is zoals het is. En dan hebben wij nog niet eens veel te klagen hoor. Andere zeilers moeten noodgedwongen terug naar Nederland zeilen of liggen maanden vast in Spanje en zien wel hun spaargeld verdampen. Bovendien, als het gaat om werk, ontslag en dat soort onzekerheden blijven we helemaal buiten schot. We deden toch al niet mee aan dat circuit.
Maar toch, een beetje geklaag blijft wel overeind. Het klonk zo mooi; we kopen een boot en zeilen dan als een stel vrije vogels over de wereld. Vele landen en culturen bezoeken en als een plek ons niet bevalt zeilen we gewoon weer verder. De meeste luxe en zekerheden hebben we twee jaar geleden tijdelijk vaarwel gezegd om extra te kunnen genieten van dat ene dat ons zoveel waard is: vrij reizen. Als er toen iemand had gezegd: ‘maar Bart, wat als alle landen dichtgaan…?’ had ik niet geluisterd. En nu hebben we het één niet en het ander ook niet.

Afgelopen 6 weken leefden we in huizen. De zogeheten oppas huizen. Dat zijn huizen waar je voor op moet passen. Dat je er niet aan went bedoel ik. Maar heerlijk was het wel zeg, ik werd er blij van (zo, weer een emotie).
Koelkasten met koude yoghurt en waterijsjes, zwembad en mountainbikes en ruimte, veel ruimte. Om te klussen voor de boot, om in de schaduw te zitten en om je even af te zonderen.  
Ja soms voelde het een beetje vreemd. We hebben echt bewust gekozen voor een eenvoudig leven op een boot zonder veel ruimte en zonder luxe, maar nu begint het soms wel zwaar te worden. (En dat komt niet door Suze.) Voelen we ons nog wel zeilers als we zo genieten van de ruimte, luxe en rijkdom van de huizen waar we in zitten? Soms vergeet ik bijna dat we eigenlijk op een boot wonen. Hij drijft daar wekenlang eenzaam op het troebele water van de Piscadera baai. Een verlaten Tutti…

Maar ik kan het uitleggen. Het is net als kamperen. Iedereen neemt de ongemakken van een tent, een washok, een muggennet en de uitwaaiende pitjes graag voor lief, omdat er zoveel moois tegen overstaat; uitzicht op besneeuwde bergen, strand en zee naast de deur of eindelijk je gezin leren kennen. Maar stel dat je wekenlang moet kamperen in je eigen achtertuin, zonder dat je je huis in mag. Zo begint het voor ons soms te voelen.
Het eerste zeiljaar hadden we daar nooit last van. Wat maakt een kleine boot uit als je achtertuin de Suriname rivier is. En wat maakt de hitte uit als je al snorkelend verkoeling zoekt tussen prachtige tropische vissen. Wat maakt het uit dat een plek niet helemaal fijn is als je in de volgende baai het verse fruit weer van de bomen plukt. Maar als al die compensaties van het ongemak wegvallen wordt het moeilijker. En als dat langer gaat duren dan verwacht wordt het zwaarder.
Begrijp me goed (en u begrijpt me goed) we willen niet dat het ongemak ophoudt, we willen dat de compensatie weer terugkomt. We willen weer op reis, we willen weer op avontuur, we willen weer buiten spelen.
We moeten wachten.
Wachten.

Als alles doorgaat zitten we vanaf zondag weer drie weken in een huis. Heerlijk. Ik hoop dat de Tutti een beetje begrip heeft voor onze situatie. En Suze trouwens ook. Ze is in haar korte leven nu al vijf keer van woonplek veranderd. Het lijkt haar niet te deren. We ontwierpen speciaal voor haar de cursus: Koken met kinderen. Je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen. Ik heb enkele plaatjes ter illustratie bijgevoegd.
En voor het eerst zagen opa en oma haar in levende lijve.