Zaterdag 3 augustus
Om precies 7.00 varen we weg uit Chateau Belair. Ik hecht aan precieze vertrek tijden. Tiago volgt om 7.30. We motoren tot 11.30. Geen wind, zouden we zoveel luwte van het eiland hebben? Ik zet de koers meer noord om wind te pakken, misschien komen we eerder uit de luwte. Lijkt te helpen, de wind komt en het gaat meteen lekker. Melkmeisje 4.8 – 6 knoop. ’s Middags zakt het iets in. Tiago verdwijnt uit zicht, zo gaat dat op zee. We hangen maar wat rond, op de bank, op  het voordek, op de keukenvloer (omdat daar een windje staat) maar we voelen ons prima. Eind van de middag trekt de wind weer iets aan. 5 -6 knoop. Ik luister Pat Metheny en Jenneke kookt heerlijke pasta met bonen. Ik geniet van deze maaltijd omdat ik geenszins misselijk ben. Dit wordt de laatste etappe van ons zeiljaar. We zien buien achter ons, maar ze kunnen het gat niet dichten. De zon gaat onder, ik schrijf in de kuip, Jenneke’s wacht begint zo, ik kan even naar bed. 

Zondag 4 augustus
We hebben een goeie nacht gehad, geen schepen, normale constante wind. Maar nu is uit met de pret. Continu buien die vervolgens een klein uur de wind weghalen of laten aantrekken. De regen gordijnen schuiven langs en over ons. Rare kruiszeeën volgen. Windstilte tijdens een klotszee is erger dan geen drop hebben. Alle golven rollen nu door elkaar, alsof er een windkracht 6 of 7 staat uit drie richtingen. Toen kwam er weer wat wind, nu weer niet. Ik denk: Is er íets, naast God, zo ondoorgrondelijk als de zee? Nee.
In de allerlaatste bui van vandaag, met slechts één harde rukwind die ons schip gevaarlijk deed hellen scheurde onze genua kapot. De spi-boom bleef zielig in z’n eentje hangen. Ik roep Jenneke en samen rollen we de flarden binnen. 45 min. later zeilen we weer, nu op de kleinere kotterfok. Alsof je je beste versnellingen mist. Goed bezig Tutti. Op de eerste zeildag van ons zeiljaar scheurde de eerste genua (Lelystad) en nu op de laatste etappe van het jaar scheurt onze tweede genua. Ik maak me zorgen over vannacht. Er is onweer aan de horizon. Maar de nacht wordt helder en rustig. Goede wind, kalme zee. 5, 6, 7 knopen. We kruisen de wind af, uitbomen gaat niet meer. Het melkmeisje is ontslagen. Zuur als yoghurt.
Rond 01.00 mijn wacht zie ik een lichtje aan de horizon, aan de kant van Venezuela. Piraten dus. Zonder dat ik me echt zorgen maak, zet ik toch ons toplicht uit, ze zullen ons niet zien. Je gaat er – zittend in de kuip op een pikdonkere zee – toch over nadenken…

Maandag 5 augustus
’s Nachts is de boot achter ons langs gegaan. Met het eerste daglicht zien we door de verrekijker dat het Tiago is! Sorry vrienden. We varen naar elkaar toe en kletsen over de buien en het onweer. Zij zaten meer zuid en hebben meer last gehad dan wij. Echt bijzonder zo’n ontmoeting met bekenden op een totaal verlaten zee. Na een kwartier stoppen we ermee, ’t is lastig om de boten op praat afstand bij elkaar te houden. Tiago demarreert langzaam bij ons weg. Al snel zitten we weer op ons eigen eilandje. We eten soep en muesli. 5,5 knoop, stroompje mee. De wind zakt in en na wat overleg hijsen we de halfwinder. Nadat het misging op weg naar Lanzerote hebben we het ding niet meer gebruikt, bang voor het binnenhalen met te veel wind. Maar de lucht is blauw, de zon geel, de wolken wit en de buien afwezig. Hijsen dat ding. Hij vult zich net met wind. Snelheid 3 – 4 knoop, dat blijft de rest van de dag zo. Het schiet niet op, maar het is wel vredig aan boord. De zee is kalm en zo ben ik. ’n Heerlijk gevoel. Jenneke bakt pannenkoeken en we zitten samen op het voordek, in de wind in de schaduw van de halfwinder. Waar zie je dat nog?
Een pelikaan landt op de giek. Na een paar minuten kom ik erachter dat ie onder de olie zit en ons hele schip bevuilt. Ik duw hem eraf, wel zielig. Hij vliegt richting Tiago die we nog de hele middag als stipje aan de horizon kunnen zien. 17.30 Dolfijnen rond de boot, ze geven een voorstelling. 18.00 een schip passeert. We halen voor het donker de halfwinder binnen en maken ons klaar voor de nacht. Ik lees ‘De Tweeling’ met ondergaande zon. We maken de envelop van Mark&Annelies open met de tekst ‘voor 1 augustus’ Vandaag (5 jaar geleden) overleed mijn moeder. Er zit een kaarsje in die al meer dan een jaar met ons meevaart…

Dinsdag 6 augustus
Afgelopen nacht ging weer lekker, ten minste tot een uur of 3. Toen zakte de wind in en liepen we weer 2–3 knoop. Ik heb slecht geslapen en Jenneke gunt mij uitslapen van 7:00-11:00. Van die tijd weet ik niets meer. Zijzelf kijkt film.
De wind wil maar niet aantrekken. We hoopten bij vertrek op een aankomst voor donker dinsdag, vandaag dus. Maar dat gaat niet lukken. We ontbijten dan maar op het voordek met warme melk en muesli. Ik lees De Tweeling uit. Ik kan mij nog goed herinneren dat mijn moeder het boek las en ons erover vertelde. Het lag een paar dagen op de venster bank. Of korter, ze las altijd zo snel.
Om 12.00 is Jenneke de traagheid zat (1.8kn) en start de motor. Het lijkt wel een wandel etappe. Met 1500 toeren lopen we dik 4 knoop. Grootzeil naar beneden, kotterfok strak. Na twee uur krijgen we een lichte tegenwind. Tegenwind! Het moet niet gekker worden. In een gebied met de eeuwige oost passaat wind waait het nu zuidwest? Het is potdorie alsof ik naar Leeuwarden fiets.
Met beide zeilen getrimd creëren we meer schuine tegen wind (met hulp van de motor) en zo werken de zeilen toch weer mee aan de voortgang. Om 15.30 gaat de motor uit. Tutti kan het net bezeilen en de vaan stuurt ons weer. We eten chips en praten over ons bezoek aan Nederland. Wie gaan we bezoeken en belangrijker, wat gaan we eten? Suikerbrood met roomboter. Zuurkool. Chocola. Drop.
Ineens schiet het ons te binnen. Vandaag precies een jaar geleden, op dit tijdstip vertrokken we voorgoed uit Zwolle. Uitgezwaaid door een klein clubje mensen in de Hanze Haven, nadat we ons te barsten hadden gegeten aan bosvruchten ijs. Nu een jaar later zijn we hier. En, bevalt het? Ja, behalve vandaag. De wind zakt weer in en de golven bouwen zich op. We zijn aan ‘t stoempen zonder snelheid. Wellicht waait het verderop hard zuidwest. Wij liggen in het vacuüm. We beginnen het zat te raken, het duurt al de hele dag en de halve nacht. Wederom een envelop van Mark&Annelies ‘voor de eerste windstille dag’. Dit is werkelijk de eerste dag die het meest in de buurt komt van totale windstilte. Er zitten leuke foto’s in (Mark, Rik en Bart tijdens de Kilorace, ook windstilte) en ballonnen.
Elke dag trekt de wind rond 18.00 aan, maar niet vandaag. Om 19.30 nog steeds niet. Ik ga slapen, Jenneke heeft gekookt en houdt de eerste wacht. Ik slaap voor geen meter. De zeilen slaan, de boot rolt, daar wordt je gaar van. Ik doe een rif in het grootzeil. En nog een. Ja, zo gaan we nog trager, ja dat weet ik wel, maar alles slaat kapot. We hebben deining mee en golven van opzij, een klotszee dus.
Jenneke duikt om 22.00 zuchtend in bed: ‘ik kan niet meer’. Mijn wacht, alle lekkere dingen zijn op, juist nu ik me eens goed voel op een oversteek. De maan gaat onder, de zon ging ook al.
De sterrenhemel is wel imposant zeg. Ik doe het toplicht uit en geniet ervan. Ik kan de melkweg zien. De hemel is een enorme glinsterende koepel. Het lijkt alsof de wind iets aantrekt. Hééél iets, of ik begin gek te worden….
Ja de wind trok iets aan, maar na een uur was ie weer zo slap als krantenpapier. De boot slingert, de vaan doet echt z’n best, Jenneke is een zombie en ik schreeuw tegen de zee: WAAIEN JONG!
Het blok van de grootschoot slaat los, de giek maait als een moordwapen over de kuip. Ik repareer het vlug.
We stoppen ermee, om 03.30 gaat de motor aan, we geven ons over, de zee het gewonnen.
Om 7.00 ronden we de zuidkaap van Bonaire. Vanaf daar trekt de wind aan en kunnen we gelukkig de laatste anderhalf uur nog zeilen. Tiago zegt ons via de marifoon dat alle moorrings bezeten zijn, zodat we beter meteen de haven in kunnen. (Ankeren is verboden).
Na 8 maanden liggen we weer in een haven. Dat is duur, maar het lot beslist. We hebben douche en internet, maar bovenal zijn we blij, de laatste etappe is volbracht. We zijn weer veilig binnen. De zee wacht op niemand.