Zwolle, 31 januari, een winderige donderdag.
We lopen naar een willekeurig huis in de buurt, bellen aan, stellen ons voor en worden uitgenodigd om een ’n biertje te drinken. Het is 18.00
We kletsen wat over ‘t huis en over het weer. Maar al snel gaat het ook over serieuze familie zaken. Om 20.00 maken ze eten en zitten we ineens met z’n vieren aan tafel over het leven te praten terwijl we rijst met curry eten. Ook na ’t eten gaan de gesprekken door. Over werk, over maatschappelijke kwesties, vrijwilligerswerk en over de zin van het leven. Wat drijft ons om te doen wat we doen? We laten elkaar gelezen boeken zien die voor de ander mogelijk interessant zijn. Ze schenken ons thee en koffie in en we eten de zelfgebakken cake meer dan half op. Als we uiteindelijk thuiskomen is het vijf voor twaalf. We hebben een hele gezellige avond gehad met mensen die we nog nooit gezien hadden.

Waarom is dit hele verhaal nooit gebeurd?
Zulke avonden hadden we in Zwolle alleen met mensen die we al lang kenden, of met familie.
Maar dit verhaal gebeurt in ons nieuwe leven, ons zeilend bestaan, wel. Gisteren nog. En het is geen uitzondering, eerder een vanzelfsprekendheid. Toch blijf ik het bijzonder vinden. Iets wat in Nederland ondenkbaar was is op een ankerplek op de Kaap Verden ineens wel mogelijk. En ik geniet daarvan. Dat we elkaar vervolgens misschien nooit meer zien doet niets af aan de sfeer en inhoudelijkheid van die ene avond.

Morgen gaan we de oceaan op. Dan zien we een tijd lang geen andere mensen. Er is dan niets anders dan ons kleine wereldje op die immense watermassa. En een zee van tijd. Dat klinkt leuk, maar kun je er ook in verdrinken, zoveel tijd? Teveel tijd om na te denken, kan dat ook? Kunnen we ooit verder van huis zijn dan op een oceaan? Kan ik me drie weken water voor stellen? Oké, ’n beetje. Zes dagen ging ook goed.
We zullen al die tijd zelfvoorzienend zijn. Niet omdat het hip is, maar noodzakelijk. Hoewel, zelfvoorzienend… De wind zal voor onze voortgang zorgen. De zon voor onze elektriciteit. Al het voedsel aan boord hebben we gekocht. Wat doen we eigenlijk zelf? Vis vangen. Hopelijk.
Het zal een tijd zijn van grote onzekerheid. Is er morgen ook wind? Zit er onweer in die bui? Blijft alles heel? Hebben we genoeg water als er iets mis gaat?
Maar ik zal me vooral proberen te beseffen dat we met iets heel bijzonders bezig zijn. Dat we met de boot die ooit in Zwolle lag nu de oceaan oversteken.

Dank aan de Kaap Verden. Aan Juan die ons hielp met lassen, aan de spelende kinderen, de lekkere vis en de vrouwen op de markt. En voor jullie tijd. Zoveel tijd!