Grote witte muren wankelen om me heen. Ik zie een opening met licht van buiten, wat een grote opening! Wat een grote boot! Waar is de deur naar de kuip? Moet ik niet even aan dek gaan kijken of alles wel goed gaat? Maar om dat te kunnen doen moet ik wel weten waar ik m’n voeten neer wil zetten en dat wordt erg lastig in deze bewegende massa…

Verdwaasd stond ik een paar weken geleden slaapdronken midden in de woonkamer van een stenen huis op het vaste land. Het duurde best lang voor ik besefte dat ik hier bij Maaike thuis even geen wacht hoefde te lopen.
We logeerden bij mijn zus en zwager in Zuid-Engeland. De muren en meubels zouden niet zomaar gaan bewegen, ik kon daar lekker lang slapen, het was er volkomen rustig en veilig.

Mijn onderbewuste was hard bezig om de zeiltocht langs de Engelse kust te overdenken. Twee etmalen vol tegenwind en flinke golven. We voeren de laatste nacht in met windkracht zes. Ik maakte me druk over een zwakke plek in de verstaging en een flapperende fok die voor mijn gevoel elk moment kon scheuren.

Eigenlijk ben ik best een bangerik als het om water gaat. Het water gaf me op jonge leeftijd een paar keer een flink pak rammel. De eerste keer spartelde ik als kleutertje met zwembandjes per ongeluk van een veel te grote wildwaterglijbaan. De volgende keer spoelde een golf in Oostkapelle me horizontaal en verticaal 360 graden in de rondte.
Sindsdien ben ik liever bij een rustig meertje en vindt ik vlak naast de boot zwemmen eigenlijk best eng. Zo’n machtig stuk staal naast me: ‘je zou er maar onder belanden en niet naar boven kunnen om adem te halen…’

Tsjongejonge, zal je denken, wat doet zo iemand op een zeilboot in de oceaan?
Na die onrustige nacht in Zuid-Engeland dacht ik dat zelf ook ineens:
‘Waar ben ik mee bezig? Doe ik de afgelopen weken niet veel te veel spannende dingen achter elkaar? Wil ik niet eigenlijk met een dekentje en een kop thee bij mijn zus op de bank zitten de komende maanden?
Maar ik wilde toch op avontuur?’

Ik realiseerde me opeens dat ‘op avontuur gaan’ ook een andere kant heeft. Het feit dat je moet blijven erkennen dat een deel van jezelf behoefte heeft aan vertrouwdheid en veiligheid. In alle drukte van de afgelopen weken verloor ik dat een beetje uit het oog.
Tijdens de storm in Lelystad en dat zware weer in het Kanaal had ik uiteraard geen tijd voor zelfreflectie. Maar tijdens een paar dagen rust kwam dat gedeelte van mezelf om de hoek kijken.
Die kant van mij deed me nadenken over of ik de afgelopen jaren wel eens bang ben geweest. Ik besefte dat ik sinds lange tijd weer echte angst heb gevoeld.
Natuurlijk maakte ik me wel eens zorgen of had ik de zenuwen voor een concert maar dat was van een hele andere orde.

Wat moet ik hier nou mee? Ik ben iets aan het doen wat ik soms heel eng vind maar wat dan nog?! Het lijkt soms alsof dat tegenwoordig niet mag, alsof je dan niet genoeg naar je gevoel luistert. Moet ik dan maar thuis blijven wachten tot elke vezel van mezelf zin heeft om in windkracht 6 tegen hoge golven op te boksen…?! Dat kan lang duren.

 

Op dit moment zijn we in Spanje en cruisen we al ruim een week op ons gemakje langs de kust. Rustig water, dolfijnen en mooie ankerplekjes in overvloed. De rust weerspiegelt zich in mijn hoofd.
Het leven van een zeiler gaat, nog meer dan op het land, in golven op en neer.
Ik ontdek langzaam dat vertrouwdheid en veiligheid ook heus aan boord te vinden zijn en wat mijn lievelings-zeil-gadgets zijn. Juist ja: een grote theemok en een dekentje 🙂

 

*Copyright – Albert Uderzo – Asterix en de Noormannen