Hoewel er niets gelogen is aan de voorgaande blogs waarin wij naar hartenlust vertelden over de schoonheid der natuur, de gezelligheid van andere zeilers, de vele tijd die we zelf kunnen indelen en de bijzondere ervaringen van zeezeilen, is het natuurlijk niet altijd feest.
Ik zit hier in een hoekje van de kuip op de biechtstoel.
Welkom allemaal bij alweer de eerste aflevering van ‘de keerzijde’.

Vannacht ging ik zes keer uit bed. We liggen in een iets te drukke ankerbaai met veel charter-catamarans en ik was slechts voor 80% zeker dat ons anker goed lag. ’s Nachts kwam de ene na de andere valwind over de bergen en het gierde door de verstaging. Dus ik eruit. Liggen we nog op de zelfde plek? Krabben we niet? Terug in bed. Terug uit bed, het waait nu nog harder. Weer kijken maar we liggen nog goed. Uur later begint het te regenen, uit bed en ramen dicht. ’n Klein half uur later regent het niet meer en het wordt benauwd in de boot, dus ramen weer open. Wederom regen, weer uit bed, ramen dicht. Regen stopt, ’t wordt benauwd, ramen weer open. En Jenneke? Die wordt doorgaans maar één keer wakker, als ze opstaat.

Dan de zon, man man wat kan het hier toch heet zijn. Vanaf 7.00 brandt de zon de gaten in je voorhoofd. De lucht is bezaaid met wolken, maar de zon manoeuvreert er moeiteloos tussendoor. Geen minuut schaduw, ze doen het expres, kan niet anders. Een verse regenbui zou voor verkoeling zorgen, ware het niet dat de luchtvochtigheid dusdanig stijgt dat zweten bijna onmogelijk wordt en je het alsnog te warm hebt. Mijn handen zwellen soms zo erg op van de warmte dat ik met moeite een vuist kan maken, terwijl ik onder deze omstandigheden juist graag mijn vuisten zou willen ballen.

Ook de combinatie ‘zee en strand’ klinkt romantischer dan het is. Het moet heten: ‘zout water en overal zand’. Je huid, die eigenlijk de hele dag plakt van het zweet voelt net zo goed plakkerig na een verkoelende duik in zee. Handdoeken worden nooit echt droog, je haar voelt als touw en werkelijk overal is zand. De vloer is soms net een circus piste en als we naar bed gaan moeten we eerst het matras vegen.

We zijn nu al een tijdje in het Caraïbische gebied en mijn grootste, deels retorische vraag is: hoe leven die mensen hier?! Een pak sinaasappelsap kost 3 euro, een pot pasta: 8 euro, een flesje honing: 10 euro! Oke, de luxe producten moeten dus maar even in de figuurlijke ijskast. (we hebben zelfs geen letterlijke…) Maar dan: 2,70 voor een paar uien, bijna 3 euro voor een oud beschimmeld brood, kleine appels of tomaten voor een euro per stuk en 5 hele euro’s voor een kool. Een kool! Dat is de Wibra onder de groentes. Hoe leven die mensen hier?!

En waarom roest onze boot op zoveel plekken, ik was toch alles bij langs geweest?
En waarom groeit er van alles onder de boot, ik heb er toch antifouling op gesmeerd?
Waarom moet ik drie keer per dag de bijboot oppompen, is ie lek ofzo?
Waarom rolt ons schip op deze beschutte ankerplaats terwijl ik geen deining zie?
Waarom hebben ze hier alleen stomme muziek?
Waarom is het gas ineens op terwijl de appeltaart eindelijk in de oven staat?
Waarom zijn we te laat begonnen met de wandeling, zodat het nu knal heet is?
En waarom ben ik zo zelden eens even alleen op de boot?  

Gelukkig zijn zij die thuisbleven.
Geniet maar lekker van jullie koelte in de ochtend, van jullie goedkope voedsel, van jullie chocola die niet smelt, van de zoet water douche, onbeperkt gas, dagelijks internet en van een hele nacht doorslapen omdat je niet hoeft te kijken of je huis nog op de goede plek ligt.

Wij houden het hier nog even uit, puur omdat we doorzetters zijn met een ijzeren discipline, gehard door de zee en een onverwoestbare drang om in dit weerbarstige klimaat te overleven.